Mijn gedacht

Pi xelDude


PlexSim Art © ,     Eye-catching photography.

MIJN  GEDACHT

Algemeen




Als bezitter van een Olympus systeemcamera kwam ik tijdens mijn zoektocht naar een gepaste training om een betere hobbyfotograaf te worden in contact met enkele cursussen en opleidingen die me voorgesteld werden.


Het verwonderde me dat er reacties van gerenommeerde instellingen tussen zaten zoals

“… maar je zal snel merken dat er enkele minpunten verbonden zijn aan uw toestel …”

me erop attent makende dat de spiegelreflexcamera nog altijd als het neusje van de zalm beschouwd wordt door menig traditiegetrouw Canon of Nikon bezitter, deze twee om de meest traditionele merken van spiegelreflexen te noemen.

Een systeemcamera’ is ‘tweederangs’ en compact camera’s, dat komt zelfs niet in de gedachtengang van een 'die hard' voor.  Een compact is beneden alle waardigheid om te vermelden want zo een 'ding' is alleen maar goed voor de ‘schroothoop’. 

Wanneer je op de cursussen geen spiegelreflex uit je fototas kan toveren heb je geen enkele kans om als volwaardig hobbyfotograaf bestempeld te worden.


Hoe ik erover denk?  FOUT, helemaal fout.


Ik geloof er sterk in dat in de nabije toekomst de spiegelreflex zijn pluimenkleed zal moeten afleggen voor de systeemcamera en dat we binnen x aantal jaren wellicht uitsluitend een systeemcamera of compact zullen gebruiken. Inmiddels, anno 2023, lijkt het voor velen al een feit ! De nieuwe fotografisch-elektronische technieken die dag na dag met grof geschut de fotografie wereld belagen, zullen binnen enkele jaren van iedere amateur een bijna-beroeps maken.  Wat blijft dan nog om het onderscheid te maken tussen een technisch perfecte en een perfect ‘mooie’ foto?  Juist, de keuze van de opname en de bijbehorende compositie.  Want die twee kan de techniek nog niet overbruggen.


Dus dames en heren cursusbouwers, schenk de nodige aandacht aan de systeemcamera en schop de spiegelreflex van zijn meer en meer wankel piëdestalletje om plaats te ruimen voor de toekomst.

En … schenk terug meer tijd en aandacht aan KEUZE en COMPOSITIE.


Fotografen, pro's en hobby's, kijk om je heen en leg vast wat je mooi en interessant vindt.

Visionair of waarzegger ?




Ken je de beste lens die er bestaat? Ik wel, ons oog.

En de beste beeldenvanger die we ons kunnen indenken? Ons netvlies.

Noem het meest gebruikte opslagmedium voor gegevens? Onze hersenen.

Wat is dan momenteel het optimale fototoestel? Juist, de mens zelf met zijn oog, netvlies en hersenen.


Wanneer ik dit overschouw zie ik het fotomaterieel als volgt evolueren. Waarschijnlijk niet binnen de volgende 10 jaar maar misschien wel binnen 50 en wellicht binnen de 100 jaar.

De fabrikanten van lenzen zijn op zoek naar ‘de’ lens die het menselijke oog benadert. Eentje dat door elektronische pulsen kan samentrekken tot de gepaste ronding voor de scherpste scherpte te realiseren. En waarom geen 2 (oog)lenzen op één en hetzelfde toestel om een diepte te registreren? Weg met die dozijnen lenzen die we vandaag nodig hebben en continu moeten wisselen.

De technologie zal er voor zorgen dat er nog meer pixels op een nog kleinere oppervlakte komen te zitten. De grootte van ons netvlies lijkt daarvoor ideaal te zijn. De natuur heeft er miljarden jaren over nagedacht.

Dan het gecapteerde nog stockeren. Daar maken we de laatste decennia geen reuzesprongen maar kosmische sprongen in.  Dat zal geen probleem opleveren.  Wat na de terabytes?  Ik kan in deze getallen niet meer volgen.

Nu nog de projectie.  Rechtstreekse aansluiting van een geschikte gegevensdrager op onze hersenen zou wonderbaar zijn.  We zien dan rechtstreeks wat geregistreerd werd door een ander.

En als laatste stap, de mens als fototoestel die de door zijn oog geregistreerde beelden via de nodige apparatuur overdraagt naar de hersenen van degene die ze wil zien.  … zijn er al geen science fiction films in die aard?

De fotografie zoals we ze vandaag kennen zal ooit volledig verdwijnen ... en ook niet langer een vorm van 'kunst' zijn maar een alledaags doelbewust medium om gegevens van persoon naar persoon over te dragen.

Ben ik een realist of een fantast?  De toekomst zal het uitwijzen maar ik zal het wellicht niet meer mogen weten, jammer.. Ik laat ook al eens graag mijn fantasie de vrije loop.

De A, S, P of M stand ?  Wat is de betere keuze voor de starter ?




Je vindt naast de 'Automatische' en de 'P(rogramma)' voorgeprogrammeerde standen, 3 belangrijke standen terug op de meeste toestellen. 

De Automatische en de P standen kennen meestal niet mijn voorkeur en zeker niet wanneer er voldoende tijd is om te besluiten met welke van de 3 andere standen een beter resultaat bekomen wordt. Bij deze 3 heb je de M, de volledig manuele stand waarbij je alles zelf moet instellen, de S die de sluitertijd aanstuurt en de A die de opening van het diafragma regelt.

De P stand kan ik sterk aanbevelen voor ieder 'beginnend' fotograaf die iets verder wil denken dan de AUTO stand. Doch de gebruikers van de P-stand worden al te vaak belachelijk gemaakt, het zijn 'P'rutsers. Iedereen moet echter met 'geringe kennis' beginnen.

En ... waarom zou je als starter niet veelvuldig gebruik maken van de P-stand?

Een correct belichte foto verkrijg je wanneer belichtingsdriehoek in balans is, namelijk de ISO (de sensorgevoeligheid voor licht), de sluitertijd (tijd dat de sensor belicht wordt) en het diafragma opening (die door kleiner of groter te worden bepaald hoeveel licht er op de sensor valt).

Heel kort door de bocht gezegd: wat doe je nu door de P-stand te gebruiken? Je kiest via een programma één of twee van deze drie parameters (ISO, S of A) zonder er zich vragen bij te stellen en de 2 of 1 andere passen zich automatisch aan om tot dat gewenste evenwicht te komen.
Blijf echter niet al te lang in de P steken, dat zou jammer zijn. De betere hobbyisten en zeker de professionals zullen quasi nooit de P optie gebruiken ... omdat je al je contole uit handen geeft.

Wat met de M stand?

Laten we even hardop denken.

Je koopt een dure wagen, bijv. een Jaguar, met allerlei mogelijke opties erop en eraan. Maar wanneer het regent beslis je toch maar om de ruitenwissers zelf op en af te zetten. Wanneer je een tunnel inrijdt steek je liever zelf je lichten aan. De GPS zet je uit want je kijkt liever op een landkaart tijdens het rijden. De achteruitrijcamera plak je af. De parkeersensoren zet je uit en je laat je partner uitstappen om te kijken of je nergens voor of achter tegen botst tijdens het parkeren. Zet de ingebouwde autotelefoon of bluetooth maar uit en gebruik je GSM in de hand. Duw je achteruitkijkspiegel maar handmatig naar beneden wanneer je door een achterligger verblind wordt. Draai je liever een raampje open in plaats van de airco te gebruiken? Kan dat? Uiteraard, maar wanneer je dan tegelijk de airco wil bedienen, de telefoon rinkelt, en je bij het binnenrijden van de tunnel een splitsing ziet en je de kaart moet grijpen … dan loopt het gegarandeerd fout. Waarom heb je dan in godsnaam voor al die opties gekozen?

Zo ook is het bij het fotograferen op de M stand. Wanneer je heel veel tijd hebt en verschillende standen kan uitproberen, dan luk je er wel in om een goed resultaat te verkrijgen. Maar o wee bij acties waarbij het peloton al de hoek om is, vuurwerk (zo lang duren die vandaag niet meer) dat net op het moment dat je de juiste settingen hebt gevonden afgesloten wordt, en een maanopname waar door tijdsverlies de zon zich al komt mengen. Oeps, nog net een foto die willens nillens door fotoshop moet om er een ‘kunstzinnige’ foto van te maken, want van de gewilde opname is niets terecht gekomen.


Ik denk dat de professionele lesgevers die de M stand zo hardnekkig blijven verdedigen eerder schrik hebben om niet langer cursussen te kunnen verkopen éénmaal het publiek doorheeft dat de A en S  niet staat voor een keuze voor de onbekwamen maar eerder voor een 'intelligente' stand. En weten wat je precies allemaal met deze A en S kan doen, is eerder kennis hebben van je toestel dan wel van de belichtingsdriehoek. Ik garandeer je dat je met goede kennis van de A en S -stand en het gebruik van een eenvoudig correctieprogramma verder kan geraken dan in de M(oron) -stand te morrelen.

Slechts wanneer je de belichtingsdriehoek en de bijbehorende toeters en bellen voor de volle honderd procent begrijpt en beheerst, en je heel bijzondere foto's wil maken waar je heel veel tijd kan in steken, dan pas raad ik je aan om 'eventueel' naar de M stand te schakelen.


Slimmer is het om ofwel in de A ofwel in de S modus te fotograferen.
Heel kort:
Bij de A stand kies je voor het gewenste diafragma, m.a.w. voor de scherptediepte en de sluitersnelheid past zich automatisch aan bij de ingestelde ISO waarde.
Bij de S stand kies je voor de gewenste sluitersnelheid, m.a.w. voor het al dan niet bevriezen van een beeld en het diafragma past zich automatisch aan bij de ingestelde ISO waarde.


Vandaag tracht ik al mijn opnames in de A of S stand te maken, maar wanneer er echt een te grote tijdsdruk is tijdens het fotograferen en daarbij de omstandigheden verre van goed zijn, waardoor er voor het maken van iedere foto op zeer korte tijd aan veel dingen moet gedacht worden, stap ik héél soms over naar de P stand of zelfs de automatische. Een paniekreactie? Niet echt. Eerder een verstandige reactie om bij bijzondere of onbekende omstandigheden toch nog met bruikbare foto's huiswaarts te keren.

De regels van de kunst volgen ... of juist niet ? 




Regels van de fotografiekunst zijn regels over belichting, kleurenkeuze, composities, in- en uit het beeld kijken, het onderwerp dat aanwezig ‘moet’ zijn, afsnijden van armen en benen, dieptescherpte, één en twee derde regel, diagonalen, … noem maar op.

Wanneer je geld wenst te verdienen met commerciële fotografie, dan denk ik dat je je best aan die regeltjes houdt.

Maar wanneer fotografie voor jou een hobby is en blijft, gooi dan al die regels overboord en laat je hart spreken. Waarom bijv. een fysisch onderwerp ‘moeten’ hebben als het kleuren zijn die je aanspreken en voor jou het onderwerp vormen.

Ook Picasso, Magritte, Dali, Chagal, Elias en vele anderen …. hielden zich niet aan ouderwetse regels, en staken juist daarom boven hun tijdgenoten uit.

Een recentelijk voorbeeld deed me dit artikeltje schrijven. Een foto van een vliegshow toonde een 4-tal jagers met een regenboog van rookkleuren er achter aan.

Die kleuren spraken me veel meer aan dan de grijze kleurloze jagers en zo vormden de kleuren voor mij het onderwerp. Daarom suggereerde ik om de jagers diagonaal naar een hoek te plaatsen om veel meer kleur te tonen maar voor enkele aanwezige specialisten was dat godslasterend. De jagers moesten ruimte voor zich hebben om naar toe te kunnen vliegen omdat volgens hen de jagers het onderwerp waren. Ik heb wijselijk gezwegen maar mijn hart sprak anders.

Doe gewoon je ding. Door niet met de massa mee te lopen maar traag tegen de stroom in te wandelen, 'dan' maak je kans om op te vallen.

Wat ik de beginnelingen wel op het hart wens te drukken is ... leer vooreerst de traditionele regels en tracht ze toe te passen. Experimenteren van in het begin is zoals in het te koude water springen ... en verzuipen.

Door de bomen het bos niet meer zien



Fotografiekenners en –criticasters bijten zich vaak vast in details.  ‘Die boom moet gesnoeid worden, die bladeren zijn te geel, er staat te veel bodembedekking, …’ is hun mening terwijl de bezoekers zeggen ‘Wat een prachtig bos’.  Merk je het verschil in perceptie?

Het gaat er mij niet om technisch perfecte foto’s te schieten maar om een ‘wel’ gevoel te scheppen bij degene die de foto’s bekijkt.

Te veel hobbyisten laten zich leiden door ‘de masters in de techniek’ die vaak zonder ziel ronddolen.

Je foto’s moeten het grote publiek behagen, niet de enkele ‘kenners’.

De Shoppograaf



Op een Nederlands forum schreef een zekere ‘Tom’ over PhotoShop het volgende:


Ik heb er met 3 van mijn kinderen eens over gefilosofeerd en hebben Marits vraag eens in andere contexten geplaatst. Wanneer een schilder een schilderij naar een foto schildert, dan hebben we een schilderij. Wanneer je de foto kunstig verknipt en op een karton kleeft dan heb je een collage. Maak je er een ets van dan heb je een ets. Een pentekening geeft een pentekening. Wanneer je een foto in PS bewerkt dan heb je? ... geen idee ... "een bewerkte foto"? Een schilderij wordt gemaakt door een schilder. Een tekening door een tekenaar. Een beeldhouwwerk door een beeldhouwer. Een foto door een fotograaf. Een bewerkte foto? ...niet noodzakelijk door een fotograaf. Maakt iemand die goed met PS overweg kan dan foto's? ...euh ..."niet noodzakelijk, papa"... We kwamen tot de vaststelling dat beeldbewerking in PS best tot de kunst kan behoren, maar dat we hiervoor nog geen goed woord hebben. Dit zaait o.i. verwarring. Het woord foto suggereert dat het beeld werd bekomen d.m.v. een fototoestel en dat er nadien bewerkingen op gebeurden die vergelijkbaar zijn met wat in een donkere kamer allemaal mogelijk was. Ik kan begrijpen dat sommige mensen zich zouden bedrogen voelen bij het voorbeeld van Marit met de lamp. Vertel je erbij dat het een "bewerkt beeld" is dan neem je o.i. die gevoelens weg. Een vriendinnetje van mijn zoon noemt het "editen". "Editen" lijkt ons geenszins iets negatiefs. Het wordt alleen negatief of misdadig wanneer je er moedwillig "schade" mee aanricht. Dus mensen oplichten...valse bewijsvoering...enz. Wij denken dus dat we er een woord of een woordenschat moeten voor bedenken. Als je kijkt naar woorden zoals telefoon, telegraaf, televisie en zelfs ook fotografie, zijn dat allemaal nieuw uitgevonden woorden in een soort "indianentaal". Ik denk dat we deze rij best aanvullen zodat het meteen duidelijk is of het om een foto gaat, dan wel een bewerkt digitaal beeld ...


En zo lanceerde ik het begrip : de Shoppograaf.


Op zich is er met het tot het uiterste bewerken van opnames niets mis, dat begrijp ik vandaag maar al te best.  Wanneer een klant dat wil, is er niemand die je tegenhoud om het niet te doen. Dan valt de opdracht onder de categorie (residentiële – industriële - marketing) reclame. De klant tracht dan een product te verkopen en niet de foto. Of de eindklant het echt leuk vind is een ander verhaal want dan ben je deze laatste aan het beduvelen.


Het sterk bewerken van beelden is een aparte branche die niet onder de noemer foto's 'nemen' (zie later) thuishoort. Deze fotografen gebruiken wel een foto als ‘startproduct’ maar het is nooit hun doel om een normale foto als resultaat te hebben, wel een beeld dat ze eventueel kunnen printen op fotopapier.

Shoppograaf, wees welkom.

En last but not least: er bestaan fotograaf – shoppografen die beide disciplines beheersen, toegegeven. Ik begin bij de laatste soort te behoren. Maar ook een 'goede' shoppograaf is in lijf en leden een fotograaf omdat zij/hij van een 'goede' foto moet vertrekken vooraleer de bewerkingstoer op te gaan.

Veel voorkomende fouten, opgemerkt door een beginnend amateur



Geen horizontale horizon

Hoeveel foto’s van semi-professionals heb ik al niet gezien die hun horizon niet recht kunnen houden.  Echt wel noodzakelijk bij natuurfotografie.  Je kan van deze regel uitsluitend 'duidelijk gewild' afwijken.


Geen verticaliteit

Idem als hiervoor, maar van toepassing wanneer je geen horizon ziet. Pas op wanneer je breedhoeklenzen gebruikt. Vergeet dan niet dat 'verticaliteit pal in het midden' troef is.


Te helder

Helderheid mag je niet verwarren met lichtintensiteit, scherpte of contrast, dat zijn andere parameters. Ik kan helderheid beter verklaren als 'details die zichtbaar worden'.  je kan bijv. een haardos zien of een hoofd waar je ieder haartje apart van kunt bewonderen. Heldere beelden zijn leuk en zijn aan te raden, maar te helder maakt alles zo onnatuurlijk, zo 'gekunsteld'.

En … een te groot aantal van foto’s zijn … te helder.


Te groot contrast

Vooral bij zonsondergangen, -opgangen, en nachtopnames te zien.  Maar ook luchten zijn soms zo contrastrijk dat je denkt inktvlekken van de psychologische rorschachtest te zien.


Een gevolg van 'nieuwe en indringende' bewerkingen in de SHOPPOGRAFIE (zie hiervoor)?

Hoe meer megapixels een camera heeft, hoe beter  ... ?




Extract uit '666 Leugens die iedereen gelooft' van Herman Boel.


Toen men een gitarist van een bekende popgroep vroeg waarom de volumeregeling van zijn versterker tot 11 ging en niet tot 10 zoals bij de traditionele versterkers, moest hij even nadenken en antwoorddde hij: 'Tja, dat is er eentje harder, hè?'

Nonsens natuurlijk, maar zo is het ook met het aantal megapixels op een camera. Een camera met meer megapixels levert geen betere foto's. Een hogere megapixelwaarde is alleen belangrijk als je een foto van gigantische omvang wilt maken en niet aan kwaliteit wenst in te boeten.

Maar voor normale foto's heeft het aantal megapixels geen enkel belang. In elk geval niet als het gaat om het verschil tussen pakweg zes en twaalf miljoen pixels. Het heeft dan ook geen enkele zin om de beslissing voor een camera te baseren op het aantal megapixels. Er zijn betere manieren om die ene speciale foto te maken dan het miljoentje pixels meer of minder.

Meer megapixels zijn soms zelfs nadelig. Als je te veel megapixels op een kleine sensor wil krijgen, vergroot je de beeldruis en verminder je dus de beeldkwaliteit.
Ik vind voor de normale fotografie 20Mpix ruim voldoende. Soms durf ik in bijzonder omstandigheden en door specifieke mogelijkheden die één van mijn toestellen biedt tot 50 zelfs 80 Mpix te gaan.

Een foto nemen van een mooi onderwerp
of een mooie foto nemen van een onderwerp ?




Dit zijn 2 totaal verschillende benaderingen.

De doorsnee hobbyist fotograaf is op zoek naar een mooi landschap, een mooi interieur, een mooi model, … een mooi onderwerp. Hij neemt dan een foto van dat onderwerp, en wanneer hij de regels van de kunst beheerst komt er (meestal) een behoorlijk resultaat te voorschijn. Maar, de foto weerspiegelt vaak niet hetzelfde gevoel dat de fotograaf ervoer tijdens de opname. Zij/hij verwachtte immers meer van de geleverde inspanning. Het beeld spreekt niet tot de fotograaf en de toeschouwer zoals gewenst.

Er zijn fotografen die van een minder mooi of zelfs lelijk onderwerp een heel fraaie foto kunnen maken, een foto die een ‘indruk’ nalaat en wel tot de verbeelding spreekt. Deze ‘kunstenaars’ zijn jammer genoeg klein in aantal maar ze onderscheiden zich des te meer van de ‘meute’.

Je begrijpt ongetwijfeld wel wat ik bedoel.

Een foto nemen en een foto maken



Een foto nemen is een kunst, een foto maken een ambacht. Het eerste is het werk van de fotograaf, het tweede van de shoppograaf.


Ook ik, zoals vele anderen, maak mijn foto’s in RAW en gebruik zowel Lightroom, Affinity Photo, Luminar Neo en Topaz Sharpen AI om ze te bewerken. Ik weet naar welk resultaat ik wil toewerken, laat deze programma’s mijn instructies uitvoeren en kies dan tussen de naar mijn mening beste resultaten … een ‘ambachtelijk’ werk. Ik streef echter het doel na dat ik in mijn geest gevormd heb.


Alle grote meester schilders in het verleden en de grootmeesters fotografen hadden of hebben een atelier … met mensen. De meesters, de kunstenaars, maakten de compositie, zetten de kleuren in het schilderij, schoten en schieten de beelden en lieten of laten ze ten slotte verder afwerken door hun personeel in het atelier, de ambachtenaren. Maar ... deze meesters hadden wel een 'ideaal beeld' voor ogen en zorgden ervoor dat de ambacht goed werd uitgevoerd.


Ik vind niets denigrerend aan het gebruik van bewerkingsprogramma’s, ze zijn zelfs noodzakelijk om tot mooie resultaten te komen.

Waar ik wel van gruwel is dat er te veel en te snel vertrokken wordt van foto’s die het niet verdienen om verder bewerkt te worden. Slechte foto’s worden door bewerkingen niet omgetoverd in kunst maar omgezet tot kitsch.


Daarom is het in de eerste plaats noodzakelijk om goede foto’s te ‘nemen’ vooraleer dze foto’s om te toveren tot juweeltjes door beelden te ‘maken’.

Waarom ik categoriek weiger fotoreportages te maken

(ook aan familie)



Je kan aan een rallyrijder vragen om aan een formule één wedstrijd mee te doen: ze rijden beiden toch met een wagen?

Je kan aan een jumper vragen om een cross country paardenkoers te rijden : ze zitten toch allebei op een paard?

Je kan aan een zeiler vragen om een speedbootrace te varen : die twee gebruiken toch een boot?

Je kan aan een boer uit Wallonië  vragen om Franse les te geven in een Vlaamse school : Frans is toch de te gebruiken taal?

NEEN, het zijn absoluut verschillende werelden.

Wanneer ik op een communiefeest, lentefeest, huwelijk, foto’s maak van het gebeuren is het best mogelijk dat sommige van mijn foto’s mooier zijn dan die van de beroepsfotograaf … maar ik kan nooit een reportage bijeen sprokkelen. Mijn foto’s zullen alleen supplementair (misschien complementair) zijn aan die van de beroeps.

Daarom kies ik ervoor als hobbyist / would-be kunstenaar fotograaf GEEN rapportages te maken: twee verschillende praktijken, twee verschillende intakes, twee verschillende visies.

Mijn verhaal over de Adobe Photoshop Product reeks
en last but not least   'AFFINITY Photo'




Eerst en vooral, hoe Adobe zijn prodcuten aankondigt:


Photoshop

Ideaal voor:

Fotografen

Drukwerkdesigners

Webdesigners

Interactieve designers

Videoprofessionals


Photoshop Lightroom

Ideaal voor:

Professionele fotografen en amateurfotografen


Photoshop Elements

Ideaal voor:

Bewaarders van familieherinneringen

Fotoliefhebbers


Photoshop Elements & Première Elements

Ideaal voor:

Bewaarders van familieherinneringen

Foto- en videoliefhebbers


Mijn keuze:


Ik zag direct dat voor mij als hobbyist fotograaf Photoshop niet de oplossing is. Je kunt immers maar een fractie van een duur betaald programma gebruiken. En een volledige Photoshop oudere versie koste algauw 1500€. Tevens zijn de nieuwere Adobe producten alleen nog als Cloud versie te huren. Ik checkte de prijzen en … het is een Adobe aanbieding die naar mijn mening veel te duur betaald wordt.

Einde 2015 en later, begin 2016, heb ik snel nog als eigenaar en niet als huurder de beschikbare pakketten gekocht.

Momenteel bezit ik

-Lightroom, de oude versie 6.14 ... maar toch ook de nieuwere  betaalversie LR6.

-Elements, versie 14.1
Maar ook AFFINITY PHOTO, het veel goedkopere, evenwaardige (en voor sommige toepassingen zelfs betere en snellere) bewerkingsprogramma dan Photoshop.
NIK
Topaz Labs Sharpen AI

Luminar Neo


Eind 2015 werd ik met de eerste keuze geconfronteerd. Dan maar starten met Lightroom, want dat is blijkbaar toch echt tot fotografen gericht. Ik kwam echter vrij snel, eenmaal het pakket aangekocht, tot de conclusie dat meerdere functies die ik beoogde niet beschikbaar zijn in de standaard Lightroom versie, o.a. focus stacking en het praktisch gebruik van lagen (praktisch, want lagen zitten er wel verborgen in). En voornamelijk dat laatste was me een doorn in het oog. Internet vertelde me dat met een te betalen plug-in je Lightroom stacking wel kon kopen. Verder opzoekwerk vertelde me dan weer dat Lightroom niet de beste oplossing aanbood en dat Helicon het veel betere stacking programma zou zijn. Maar ja, weeral een extra programma kopen uitsluitend voor de stacking … en hoe zat het dan met ‘lagen’ en met ‘HDR’? Dan maar verder zoeken. Zo botste ik op Elements, maar dacht ‘wat voor een programma is dat’? Mijn eerste indruk was dat het eerder bedoeld is voor de man in de straat die vakantiefotootjes en kiekjes van familiebijeenkomsten wil opsmukken. Enkele video’s op internet brachten me echter aan het licht dat het een best leuk programma is … en niet duur. In het Elements 14 programma zijn er 3 mogelijkheden ‘Snel, Met instructies en Expert’. Ik startte ogenblikkelijk in de Expert modus omdat ik dacht dat Snel en Met instructies echt iets voor de broekies zou zijn. Maar ja, een nieuw onbekend programma levert al snel moeilijkheden op … hoe er in godsnaam aan te beginnen? Bestaan er cursussen? Ja hoor, het bedrijf Soofos in Nederland heeft meer dan 100 video’s ter beschikking die het gebruik van het programma stap voor stap, minutieus tonen … en die je levenslang kan herbekijken. Dat laatste vond ik wel belangrijk. Verschillende cursussen zijn immers beperkt in de tijd. Inmiddels heb ik geleerd dat Snel en Met Instructies niet voor broekies is weggelegd maar een andere benadering is om goede resultaten te bekomen. Voornamelijk het ‘Met instructies’ biedt heel wat eenvoudig te realiseren mogelijkheden waar ik nu nog van achterover val.


Ik heb toen langzaam maar zeker de overstap gemaakt van Lightroom naar Elements. Eerst gebruikte ik voornamelijk Lightroom en loste de Lightroom beperkingen op met Elements, maar nadien gebruikte tijd meer Elements en minder Lightroom. Ik kon Lichtroom echter niet missen om onder andere mijn eigengemaakt transparant Pixeldude logo in png op mijn foto’s te plaatsen (wat ik niet altijd doe). Met teksten gemaakt in allerlei vormen in Elements is er geen enkel probleem maar om er een png in te gebruiken … die oplossing (als er één is) die ken ik nog niet. Daarvoor grijp ik momenteel nog altijd naar Lightroom om via ‘watermerken’ tijdens het exporteren de foto’s van RAW naar jpg om te zetten.


Het grootste Elements voordeel bestaat er volgens mij in dat de foto’s in een psd extensie worden opgeslagen waardoor het te allen tijde mogelijk blijft om iedere foto die ontelbare lagen kan bevatten, laag per laag afzonderlijk aan te (blijven) passen. Geweldig.


Uiteraard is het mogelijk dat in de huidige en toekomstige Lightroom versie ook gebruiksvriendelijke(r) en allerlei vormen van stacking zoals HDR en het gebruik van lagen aangeboden wordt, wie weet. Maar met Elements lukt dat nu al wel … en goed.

Maar ik ken helemaal niet alle toepassingen van beide programma’s, dus schiet niet op de pianist wanneer je niet akkoord bent.


Maar in dit rijtje mag je zeker de NIK collectie niet vergeten met zijn wonderbaarlijke algoritme die toepassingen mogelijk maakt die andere programma's niet aankunnen.
Voornamelijk het zwart-wit algoritme spreekt me aan.


Conclusie

1.Adobe is wel slim genoeg om zijn toepassingen over meer dan één product te verspreiden. Dus met één enkel programma kom je er (nog) niet. Maar met Lightroom en Elements kom je echt héééééél ver. Ik denk meer dan ver genoeg voor elke hobbyist.

2.Huren is duur … maar de oude versies zijn niet langer beschikbaar. Dus de nieuwkomer kan jammer genoeg niet anders dan de Cloud versies te huren.



Maar toen schafte ik me in het voorjaar 2017  'AFFINITY PHOTO'  aan.

Dit bewerkingsprogramma is naar mijn mening evenwaardig aan PS en overstijgt het zelfs voor sommige bewerkingen. Kostprijs? Eénmalig 54,99 euro (op 30/4/2018).

Sindsdien werk ik nog uitsluitend in Lightroom voor de eenvoudige aanpassingen en in Affinity voor de meer complexe.


En later volgden:

Topaz Labs Sharpen AI, een programma dat scherpere beelden oplevert wanneer je jammer genoeg net buiten het scherptegebied gefotografeerd hebt.
Luminar Neo waar je de foto's mee kan opsmukken. 
... en ik heb toch ook maar de betaalversie Lightroom 6 gekocht.

ONDERWERP gevraagd




De meeste burgers schieten prentjes van feestjes en vakanties. Slechts weinigen trekken erop uit om foto’s te maken.

Kiekjes van geboortes, trouwfeesten, vakantiebestemmingen, …, zijn leuk en moeten gemaakt worden. Die maak je uitsluitend voor jezelf maar niet voor verdere familie, vrienden en kennissen. Oervervelend zijn de fotoavonden waarbij mooie stranden en leuke hotels worden getoond met overdadige buffetten voor … de niet betrokkenen. Val ze er dan ook niet lastig mee. Ze zijn bestemd om op latere leeftijd ‘jouw’ herinneringen te stimuleren en bruisende beelden te genereren.  In de koekendoos ermee om ze af te toe te openen.

Niet zo vaak worden er foto’s  genomen die mensen aanspreken of die een boodschap bevatten. Hier kom je op het werkterrein van de fotograaf. Een foto moet een ‘onderwerp’ hebben, een blikvanger. Je hebt een uitzonderlijke foto gemaakt wanneer een voorbijganger in een galerij stopt om beter te kunnen kijken. Zo ver schoppen de meesten van ons het jammer genoeg niet. Dat mag ons echter niet weerhouden om ‘mooie’ foto’s te maken.

Zorg voor een onderwerp in je foto. Beelden maken van beelden, van gebouwen, van horizonten, van valleien, van dieren, van zon op- en ondergangen hebben geen toegevoegde waarde wanneer er geen duidelijk ‘onderwerp’ aanwezig is, wanneer er geen blikvanger in zit. Dat kan een uitzonderlijke situatie zijn, bijzondere schaduwen, speciale lichtinval, opvallend kleurenspel, eenzaamheid, drukte, schoonheid versus lelijkheid, …, in ieder geval iets dat ‘opvalt’. Kadreer dat moment goed, kies de juiste dieptescherpte, met een goede belichting, selecteer een gepaste korrel … en DRUK.


Opmerkelijk is wel dat ik tijdens presentaties van mijn foto’s af en toe van gevorderde hobbyisten de opmerking krijg ‘Ik mis een onderwerp’. En dit terwijl het onderwerp voor hun neus voor het rapen ligt. Is dit omdat een meer gespecialiseerde op zoek gaat naar één of ander fysiek vertrouwd onderwerp dat zij/hij als onderwerp beschouwd en daarbij vergeet dat ook een lijnen- of kleurenspel of zelfs een verkeersdrempel in een straat het onderwerp kan vormen? Met dit laatste heeft Jan met de Pet geen probleem. Deze ‘zoekt’ niet naar een onderwerp maar pikt het ‘onbewust’ op.  Fotografen? Een raar allegaartje  ;) .

29 April 2017

Eindelijk mijn stijl ontdekt:  PlexSim  Art ©




Op de FB pagina ‘Algemeen fotografieplatform België’ repliceerde Patrick Minck als volgt op een ‘in het oog springende’ foto (eye-catcher) van een Sphynx naaktkat:

“Dat is nu eens een aparte, niet alledaagse, een beetje akelig, zeer scherpe, zeer mooie foto. Het is simpel en complex tegelijkertijd. Proficiat aan de fotograaf. Nog nooit het oog van een kat zo mooi gezien”.

Na even bekomen te zijn van het blozen dacht ik ‘verdorie, hij verwoordt precies wat ik met mijn foto’s wil tonen: simpele complexiteit’. En toen vond ik niets beter om mijn stijl naar een samentrekking van deze twee woorden te noemen : PlexSim Art © .


Plexim Art is ongetwijfeld abstracte fotografie. Er bestaat geen echte definitie voor abstracte fotografie maar ze behoort in geen geval tot het kitch genre, slecht gemanipuleerde beelden die menig fotograaf absoluut als 'art' wil zien. Ik vind mijn resultaten nog vaak te kitcherig en doe mijn best om naar echte art te evolueren.


Abstracte fotografie heeft een 100% instinctieve aanpak. Er zijn geen regels, die moet je zelf bepalen.

Kijk om je heen en let op volgende punten die je aandacht trekken:

- vorm

- lijnen

- kleur.

Tracht met deze 3 dingen een invalshoek te zoeken en te vinden die je behaagt en waarvan je denkt dat het de aandacht van de 'kijker' zal trekken.

En bedenk dat volgende uitspraak al te vaak grote wijsheid bevat: "Less is more." Maar ook van deze gedachte kom ik terug. Iedereen hanteert immers 'less is more'. Is het moment aangebroken om terug 'More is More' te promoten?

Competition addict (wedstrijd verslaafde) of niet ?



Ik vertoefde enkele maanden in een Koninklijke vereniging met een 30 tal leden in een provinciestadje op een half uurtje rijden van mijn woonplaats. Competitie was niet verplicht maar werd wel sterk aangemoedigd. Is dat verkeerd? Wanneer op een gezonde manier beoefent … waarom niet?


Maar mijn verbazing tijdens de 8 metingen die ik bijwoonde (tot ik buiten gebonjourd werd … ja echt) was groot.

Er waren enkele leden bij die de ene medaille en eervolle vermelding na de andere veroverden. Ik was nieuwsgierig hoe dat zo maar kon en stak nauwkeuriger mijn licht op. Het eerste dat me opviel was dat er gestreden werd in landen van A(afghanistan) tot Z(uid Korea) maar weinig tot niet in België of zijn directe buren. Een gelukstreffer werd nauwkeurig bewerkt en gemanipuleerd tot een ‘beeldige’ foto en die werd dan naar een groter aantal wedstrijden gestuurd. Wel een dure affaire omdat meedingen toch al 20 tot 50 US dollar per foto kost. Het resultaat was dat er meerdere medailles en vermeldingen werden binnengesleept … maar wel met dezelfde gelukstreffer. Heb je dan één of veel medailles verdient? Ik dacht er het mijne van. Maar er viel me ook nog wat anders op. Landen waar een bepaalde stijl heeft afgedaan werden geruild voor landen waar een bepaalde stijl ingang vind … om terug dezelfde foto’s op te sturen.

Bovendien lijkt de smaak van jury’s heel sterk te verschillen, we zijn immers ‘mensen’. Dat zag ik tijdens de verschillende beoordelingen ‘in’ de club en ‘buiten’ de club. Zelfs in eigen huis werd eenzelfde foto door sommigen de hemel ingeprezen terwijl anderen er brandhout van maakten. Foto’s die in eigen huis een A+ bekroning kregen (de hoogste waarde) werden door andere clubs met een C (de laagste waarde) bezoedeld en vice versa.  PS.: een D wordt blijkbaar aan een mislukte foto gegeven, maar dat heb ik niet weten toekennen.

Conclusie: competitie gerichte clubs, een ‘apart’ wereldje.


Mijn mening is dat je als hobby fotograaf foto’s maakt omdat je dat graag doet en dat je lid van een club bent omdat je je werk aan sympathisanten wil tonen. Wedstrijden? Hoeft niet voor mij, en wanneer je het dan toch wil … start dan in eigen contreien en schuim de wereld niet af om nietszeggende medailles binnen te rijven!

Affinity Photo – mijn status 14/07/2017




Ik heb me door de honderden (Engelse) tutorials van Affinity Photo geworsteld. Daardoor kreeg ik de basisbeserkingen onder de knie te krijgen en groeit dagelijks het begrip ‘wat’ dit programma allemaal kan. Een classroom AP cursus verstevigde mijn kunnen.

Het is ongetwijfeld het sterkste programma dat ‘ik’ persoonlijk ken. Ik moet me zo uitdrukken omdat ik onder meer wel Lightroom, Elements en Nik Collection ken en gebruik, maar PhotoShop van Adobe niet.  Ik kan me echter moeilijk voorstellen dat PS nog meer, betere en eenvoudigere handelingen zou herbergen dan Affinity. Wat Affinity niet in zijn programma heeft is een documentair gedeelte om je foto’s en albums te beheren … maar daar gebruik ik Lightroom en Bridge voor.  Afgezien van dat is Affinity TOP (ik vermoed zelfs MEER dan top) en het zou me niet verbazen dat het voor sommige bewerkingen PS zelfs overstijgt.  Bovendien koop je het voor een habbekratsje, veel goedkoper dan PS.

Buiten de lijntjes kleuren




Fotografie bestaat inmiddels twee eeuwen (sinds 1816 met de camera obscura) en heeft de laatste decennia een enorme ontwikkeling doorgemaakt.

Inmiddels zijn er miljoenen fotografen, professionals en hobbyisten, verspreid over de hele wereld die miljarden foto’s produceren. Ik denk dat er quasi niets bestaat waar nog geen foto van gemaakt is. Innoverende beelden maken wordt met de dag moeilijker en een bijna onmogelijke opdracht. Ik zie bijna dagelijks wonderbaarlijke foto’s passeren, met enthousiasme gemaakt en ongelooflijk professioneel gebracht. En toch denk ik iedere keer … zo heb ik er al honderden gezien.

Het moment is aangebroken dat durvers in de fotografie buiten de lijntjes beginnen te kleuren, de traditionele regels naast zich neerleggen en naarstig op zoek gaan naar het ‘nieuwe’ in de fotografie … met het risico tegen een muur op te botsen en onbegrepen te zijn.

Ik ben al enkele tijd op zoek naar vernieuwing maar heb vrees in de val van het kitscherige te trappen.

Het einde van de spiegel ?   

Systeemcamera troeft dslr technisch af !

9/01/2018



Ook de meer bekende Tweakers groep is het eens met mijn vroegere voorspellingen: het glorietijdperk van de spiegel lijkt nu echt wel voorbij.

Zie Tweakers.

Herkenbare foto’s



Je krijgt niet de stempel ‘abnormaal’ opgedrukt wanneer je bij de meerderheid van mensen hoort die alleen ‘herkenbare’ foto’s (s)maken. Maar het zijn nu net die foto’s die éénmalig bekeken worden en geprezen, om nadien nooit meer uit de schuif met printjes (of beter gezegd prentjes) te raken of niet meer opgerakeld worden op een PC, TV, tablet of smartphone scherm. De enige die er later nog naar zal kijken ben jij wanneer je er de maker van bent en je nageslacht, na je begrafenis om je paperassen en foto’s te ontvlooien.

Zoek zeker en vast en eerst en vooral naar de vastlegging van een mooie foto … maar eenmaal gevonden, druk dan nog niet ogenblikkelijk af. Probeer er iets unieks van te maken. En nabewerken van een foto is een ambacht die je ook niet mag versmaden. Toegegeven, je zal dan bij de massa niet veel succes boeken en ook niet tijdens de exposities van fotoclubs met de meeste aandacht gaan lopen. ‘Aandacht’ is wellicht het verkeerde woord. Je zal die krijgen, vaak met allerhande (en ook negatieve) commentaar, maar je zal niet in de (hoofd)prijzen vallen.

Toch garandeer ik je dat juist die foto’s met de tijd meer en meer aandacht zullen krijgen en blijven leven. Precies omdat ze opvallen en niet in het laadje van de miljarden andere foto’s terechtkomen. Misschien wordt je postuum nog een kunstenaar genoemd wanneer je de andere weg inslaat (glimlachje van de auteur). De keuze is aan jou, die voor het korte tijdelijke succes of voor het meer onvergankelijke?

Wat heb je aan een auto die 370km/uur kan rijden
wanneer je dat niet wenst te doen ?



Wat heb je aan een auto die 370km/uur kan rijden wanneer je dat niet wenst te doen … omdat de boetes veel te hoog liggen en je je rijbewijs kan kwijtspelen, het kost je veel te duur. Maar er is wel iemand die zo een wagen nodig heeft: de F-1 rijder.

Zo ook is het met de full frame met 50 megapixels. Om dit staaltje van techniek voluit te benutten moet je zelfs je traditionele lenzen vervangen. Je hebt dit materiaal als normale (hobby) fotograaf niet nodig.

Toch zijn er 4 alledaagse groepen die een full frame met hoog pixelgehalte broodnodig hebben. Bijzondere groepen zoals studieburelen, sterrenkijkers, … neem ik hierbij niet in ogenschouw.

- De journalist fotograaf. Hoe vaak moet die zijn toestel niet boven de menigte in de hoogte steken om foto’s te maken zonder te zien wat hij fotografeert. Dit alles in de hoop dat er ergens op het beeld toch dat prentje staat dat na tot 5% van het totaalbeeld gecropt te zijn toch nog een te gebruiken scherpe foto oplevert.

- De sportfotograaf die liever een beeld heeft van een ruim speelveld omdat hij moeilijk op voorhand kan voorspellen waar de bal gaat terechtkomen of in niet ideale lichtomstandigheden moet werken en toch nog een spectaculaire foto voor de krant moet afleveren. Croppen dan maar.

- De gepassioneerde vogel- of wildlife fotograaf die zijn geliefde dieren vanaf 100 meter wenst te fotograferen om ze niet te storen in hun bezigheden. Zelfs met de beste telelenzen is croppen vaak noodzakelijk.

- … en de ‘slechte’ hobbyist die maar lukraak foto’s schiet om nadien thuis de interessante stukken van zijn beeldmateriaal te croppen. Dit in schrille tegenstelling tot de betere hobbyist die op voorhand weet ‘wat en hoe’ te fotograferen.

Voor het gros van de fotografen onder ons, meestal hobbyisten, zal het verschil tussen een middenprijsklasse toestel met zijn betaalbare objectieven niet veel uitmaken ten opzichte van de heel dure maatjes in de profserie.

Hoe ik omga met de belichtingsdriehoek

… of de trucs van luie Charel   (ik bedoel Raoul)   voor de iets meer gevorderde




Alhoewel ik als ingenieur afstudeerde en mijn middelbare studies Latijn-Wiskunde waren zou je denken dat rekenen mijn ding zou zijn. Niks is minder waar, altijd een hekel gehad aan (hoofd)rekenen en dat verergerde maar met het ouder worden. Ik praktiseerde al doende zonder daarbij de volledige theorie ‘to the bottom’ te willen doorgronden. Basiskennis is altijd noodzakelijk, maar van naaldje tot draadje uitpluizen … daar wil ik mijn tijd niet aan verknoeien.

Ik dacht altijd goed na over wat ik wilde bereiken en liet de beschikbare apparatuur de rest doen.

En zo ook verliep het stap per stap wanneer ik in het voorjaar van 2015 me de fotografie als hobby aanmat.


Hoe hanteer ik de belichtingsdriehoek sluitertijd, diafragma en ISO waarde om tot een correcte belichting te komen … want dat is de sleutel.


1. Leer je toestel kennen om het praktisch in te kunnen stellen.

Ik werk momenteel met Olympus E-M1, E-M1X en TG-6. De belangrijke tools op mijn toestellen zijn 2 grotere schroefknoppen en een kantelbaar hendeltje. Wanneer het hendeltje op stand 1 staat bedienen die 2  schroefknoppen sluitertijd en diafragma. Op stand 2 de ISO waarde en witbalans. De witbalans staat bij mij meestal op automatisch omdat de witbalans in bewerkingsprogramma’s sowieso gemakkelijk bij te sturen is.


2. Stel de aanbevolen ISO in.

Op mijn toestel is dat ISO 200. Maar ik kan ook ISO 100 (en lager) tot ISO 25600 selecteren.

Ik kies er voor om (bijna) nooit boven ISO 1600 te gaan omdat er dan in de donkere delen soms volgens mijn smaak te veel korrel optreedt. Korrel op zich heeft zijn charmes en dat zie ik zelfs graag maar kleurenkorrel, dat vind ik lelijk. Je zal kleurenkorrel voornamelijk terugvinden in de donkere gedeeltes van jet foto als rood, groene, blauwe pixels.


3. Kies een diafragma opening

Het diafragma dat je kan kiezen hangt af van het gebruikte objectief.

Zo kan ik met mijn twee 'meest gebruikte' objectieven 12-40 en 40-150mm van F2.8 tot F22 kiezen.

Ik start met een klein (grote F-waarde) of groot (kleine F-waarde) diafragma in functie van de gewenste scherptediepte. Grote F-waarde voor grote scherptediepte (bijv. landschappen), kleine F-waarde (bijv. personen) voor geringe scherptediepte.

Mijn ISO staat op Auto ISO of ISO200 via hendeltje stand 2 en nu begin ik op stand 1 van het hendeltje met één van de 2 schroefknoppen die de sluitertijd bepaalt te draaien tot ik de belichtingswaarde 0.0 in mijn camera zie. Dan schroef ik indien mogelijk zo ver naar rechts in mijn histogram om nog net geen uitgevreten wit te krijgen. Dus ETTR (exposure to the right), belichting naar rechts op het histogram.
Indien ik de uitersten, zwart en wit, tegelijk buiten het hisogram vallen: HDR (high dynamic range).



4. Lukt het niet om een gepaste sluitertijd te bekomen?

Vervolgens kijk ik naar de voorgestelde sluitertijd in functie van het opgezette objectief (lens in de volksmond).

Een vuistregel zegt ‘de ingestelde focus dicteert de maximale sluitertijd’. Wanneer je focus 40 mm full frame bedraagt is je maximale sluitertijd dus 1/40”. Voor een 300mm full frame objectief is dat 1/300”. Met bijv. een crop 2 camera zou je de sluitertijden nog eens moeten halveren om bewegingsonscherpte te vermijden. Voor veel fotografen is 1/50” de maximale tijd die kan gebruikt worden om toch nog scherpe foto’s te hebben. Maar hier komen persoonlijke behendigheid en stabilisatoren van objectief en/of toestel om het hoekje kijken. Ik durf onder de waarden van de vuistregel te gaan en voor bijv. een 12-40mm teleobjectief op een crop 2 camera 1/30” en zelfs véél langer te kiezen. Ik heb een toestel met geweldige stabilisatoren in de camera en het objectief waarmee ik 7.5 stops win. Met een beetje armsteun kan ik soms scherpe foto's maken met een 12-40mm crop 2 met een sluitersnelheid van twee seconden. Aan jou om met proeven uit te maken hoe ver je onder de vuistregel kan gaan.

Weet dat je voor bewegende beelden heel korte sluitertijden moet hanteren.

Zo zijn bijv.1/500” of 1/2000” seconde geen uitzondering voor actiebeelden. Goed ‘pannen’ kan de sluitertijden iets langer maken. Maar pannen vraagt wel enige oefening.

Te lange sluitertijd?

- diafragma vergroten (wanneer je nog niet op de kleinste F-waarde staat), waardoor je scherptediepte wel afneemt, hou daar rekening mee

- statief gebruiken, met de 2” instelling of remote kabel is dat een heel goede optie (wanneer je een statief wil meezeulen)

- is een flits een optie? Vergeet hierbij niet dat je met een goedkope flits slechts enkele meters kan belichten. Voor verder gelegen onderwerpen zal een duurdere flits noodzakelijk zijn – zie de R-waarde van de flits. Zo zie je bijv. in voetbalstadions overal flitsen oplichten die echter geen enkele positieve bijdrage leveren.

Pas als allerlaatste optie verkies ik om de ISO waarde op te drijven (indien die niet op ISO automatisch staat, want dan doet de camera dat zelf). Tracht een te lange belichtingstijd eerst anders op te lossen, niet door de ISO te verhogen (ruis).

Een specialleke:

Wil je uitgerekte wolken, een vlakke zee of wazige waterval? Gebruik grijsfilters om de sluitertijd te verlengen. Er zijn andere middelen en omstandigheden die je ‘soms’ kan toepassen, maar filters zijn de eenvoudigste.


En nu, aan de slag. Succes.

Nog steeds op zoek naar ‘die ene foto die al de rest doet vergeten’ ?




Zoals zovele hobbyist fotografen maar ook professionals ben ik voortdurend op zoek naar ‘die ene foto die al de rest doet vergeten’.

Meestal is zo een heel bijzondere foto een gelukstreffer van een ongelooflijk onderwerp maar wel gecombineerd met een goed fotografisch kennen en kunnen van de fotograaf … en de nodige snelheid en behendigheid om dat allemaal correct uitgevoerd te krijgen binnen een vaak heel klein tijdsbestek. Wauw … dat zijn een pak voorwaarden.

1.Geluk

Aanwezig zijn op het juiste moment en de juiste plaats. Daar kan alleen Vrouwe Fortuna een zetje aan geven.

2.Ongelooflijk onderwerp

De fotograaf moet het onderwerp zien en vooral ‘herkennen’ als een bijzondere opportuniteit. Je moet continu uit je doppen kijken en de omgeving afspeuren, wetende dat je het misschien nooit zal zien. Deprimerend voor velen.

3.Goed fotografisch kennen en kunnen van de fotograaf

Daar kunnen we wat aan doen door goed en voortdurend (van anderen) te leren. Hierbij mag je autodidactie niet uit het oog verliezen.

4.Snelheid en behendigheid van de fotograaf

Dat gaat jammer genoeg samen met de leeftijd. Maar wanneer je je camera blindelings kan bedienen gaat het sneller. Dus oefenen met je camera.

5.Vaak klein tijdsbestek

Die bijzondere momenten van ongelooflijke onderwerpen zijn gewoonlijk slechts heel kort aanwezig.  Dus volgens het ganzenbord, ga terug naar 3 en ga dan naar 4.


En nu wachten tot het nemen van ‘die ene foto die al de rest doet vergeten’ waarheid wordt.


Succes (niet verzekerd).

Welke bagage heb je nodig om een bekend fotograaf te kunnen worden ?




1.Artistieke aanleg

2.Grondige kennis van fotografie

3.Grondige kennis van bewerkingsprogramma’s

4.Geld

5.Tijd

6.Durf

7.Gepaste leeftijd


We gaan die puntjes stap voor stap ontleden.

1.Artistieke aanleg

Hoe groter je artistieke aanleg hoe meer en beter je waarneemt, hoe meer ideeën je ontwikkelt en hoe gemakkelijker je door je innerlijke drive tot uitvoering komt.

2.Grondige kennis van fotografie

Je moet meer dan de basisbegrippen beheersen om je gedroomde beelden op de sensor (of analoog op je negatief) te kunnen vastleggen. Dit is de technische kant van het geheel.

Naast de optimale kennis van fotografie kan je maar best alle technische snufjes van je moderne camera kennen en kunnen gebruiken in allerlei omstandigheden.

3.Grondige kennis van bewerkingsprogramma’s

Sommige fotografen zullen ten stelligste ontkennen dat dit een noodzaak is. Dat is een waarheid die geldt voor de fotografen uit het verleden (want toen bestonden die programma’s niet, enkel de donkere kamer – en daar werd ook heel wat geëxperimenteerd, als hardwareversie van de huidige software). De huidige en toekomstige fotografen echter kunnen die programma’s maar best onder de knie krijgen. Het verschil tussen mooi en fantastisch zit hem vaak in de nabewerking.

4.Geld

Wanneer je uitzonderlijke dingen wil vastleggen, andere dan door de anderen miljoenen keren gefotografeerd, moet je vaak exotische reizen ondernemen en dat is niet aan iedereen besteed. Ook de ter beschikking staande apparatuur maakt op het niveau goede fotograaf of bekend fotograaf heel wat uit. Dit is minder waar voor het verschil fotograaf – goede fotograaf, maar om aan de top te raken is geld een belangrijk middel.

5.Tijd

Welke werkende mens heeft voldoende tijd om zich in fotografie onder te dompelen? Om aan de top te komen moet je alle over alle tijd ter wereld beschikken. Tijd om te reizen, tijd om die vogel te spotten, tijd om je foto’s te bewerken tot topfoto’s. Gepensioneerden hebben hier een sterk voordeel maar stuitten als minpunt op 7.

6.Durf

Je moet heel wat durf aan de dag leggen om aan de top te raken, vaak fysisch maar ook financieel. Risico’s nemen hoort er bij. Je kan moeilijk impressionante foto’s nemen van een uitbarstende vulkaan wanneer je niet dicht bij de rand staat. Je kan onmogelijk dramatische foto’s nemen zonder in ramp- of oorlogsgebieden te vertoeven. Armzalige buurten kan je alleen fotograferen wanneer je het risico wil lopen om een klop op je hoofd te krijgen en beroofd te worden van je apparatuur. Je reist goed voorbereid naar een exotisch gebied maar door bosbranden mag je niet naar de plaats van bestemming: weggesmeten geld.

7.Gepaste leeftijd

Gepensioneerden hebben vaak voldoende tijd maar beschikken niet altijd over de fysische conditie om te ‘durven’ zoals beschreven in 6.  Ook 3 is vaak een struikelblok omdat ze niet mee geëvolueerd zijn met moderne computertechnieken. Jongeren worden soms als te snottig bestempeld om iets in deze wereld te kunnen betekenen. En geld? Ook daar wringt te dikwijls het schoentje.


Mijn conclusie: om een bekend fotograaf te kunnen worden moet je een welbegoede voltijdse prof zijn van middelbare leeftijd met een kunstzinnige achtergrond die als computernerd in goede conditie verkeerd.

Voldoe jij aan die voorwaarden? Ja, ga er dan voor. Neen, droom dan rustig verder.

Kiekjes of foto’s ?




Het merendeel van mijn foto’s noem ik ‘kiekjes’. Waarom ik die kiekjes neem heeft voornamelijk als doel:

1.Een geheugensteuntje te zijn voor mijn persoonlijke herinneringen

2.Om medemensen (familie, vrienden, kennissen) die dingen en plaatsen te tonen die ik mooi vind en hen aan te moedigen om eventueel ook een kijkje te gaan nemen.

3.Gewoon, omdat ik op stap ben en graag foto’s van alles en nog wat maak, met als doel me te verbeteren.


Wanneer je op FB kijkt zijn bijna alle foto’s van gelijkaardige aard, ‘kiekjes’. Alleen foto’s van een fotogerichte FB of andere media maken daar grotendeels een uitzondering op.

Zo kan je de wereld rondreizen om foto’s te maken van alle gekende Rubensschilderijen. Wat moet je dan doen? Er geld en tijd insteken en vooral een technisch zeer goede fotograaf zijn. Wat is de meerwaarde van deze foto’s? Dat je ze aangevuld met de nodige teksten van een kunst historicus eventueel aan een uitgever kan verkopen, of ze toe kan voegen aan je eigen collectie van voor jou interessante onderwerpen. Ook klassieke foto’s van bruggen, gebouwen, beeldhouwwerken, … vallen onder de categorie die ik ‘documentaire fotografie’ noem. Zo zou een stad aan jou kunnen vragen foto’s te maken van alle monumentale gebouwen om ze in een toeristische brochure op te nemen. Eveneens zou je een boek kunnen maken waarin je foto’s van allerlei graffiti bespreekt (of laat bespreken). Maar misschien heb je die foto’s genomen om te voegen aan je collectie ‘graffiti’ waar je later iets mee wil gaan doen. Want als afzonderlijke foto is het maar een foto van een andere kunstenaar zijn werk, maar in veelvoud kan je er misschien iets mee bereiken. Of het is met een lerend doel dat je ze neemt, technisch goede foto’s kunnen maken. Zo kan graffiti fotograferen een opdracht zijn van fotoschool.


M.a.w. al die foto’s ‘vragen’ om een meerwaarde die ze afzonderlijk niet hebben.

Zo zag ik honderden foto’s van het Havenhuis in Antwerpen de revue passeren. Slechts enkelen trokken mijn aandacht omdat het geen kiekjes waren. Wat was dan het verschil? Die opnames die een bijzonderheid toevoegden aan het architecturale gebouw: een speciale lichtinval, andere kleuren, een opmerklelijke reflectie op het water, een aandacht trekkend detail, een bijzonder standpunt dat door de fotograaf opgemerkt werd … . Het was niet het gebouw op zich dat letterlijk in de picture stond maar een toegevoegd ‘iets’ dat het onderscheid maakte met een gewoon kiekje. Idem dito voor bruggen, industriële gebouwen, auto’s, vliegtuigen, … .


Ik vind bijvoorbeeld het fotograferen van graffiti, om het te fotograferen, niet interessant … wanneer ik er niets anders wil of kan mee doen.

Degenen die een foto van graffiti opsturen naar een wedstrijd zullen ogenblikkelijk verticaal geklasseerd worden door de jury. Zij/hij die iets bijzonder doet met die graffiti, een spelend kind ervoor, een duif die er op gekakt heeft, een stuk dat eruit gebroken is … zij komen wel in aanmerking.

Digitale bewerkingen – gekend als fotoshoppen (ik noem het shoppografie)




Ik vind het jammer dat sommigen digitale fotobewerkingen categoriek als ‘rotzooi’ bestempelen. Dat iemand het niet mooi vind is een heel ander verhaal, ik vind het trouwens ‘meestal’ ook niet zo mooi. Wanneer ik in 2015 met fotografie begon was ik eerder ook fanatiek ingesteld om te bestempelen wat rommel was en wat niet … maar ik heb mijn gedachtengoed vrij vlug bijgesteld. Ik zal trachten te verklaren waarom.


Wanneer ik een foto neem neemt dat voor 95% van de gevallen minder dan 2 minuten in beslag, meestal minder dan 30”. Observeren, kadreren, parameters goed zetten door aan de wieltjes te draaien en ‘knip’. Nabewerking? Duurt per foto minder dan een minuut (en dat is voor mij al lang), enkele foto’s misschien een uurtje. Waarom een uur? Omdat ik de programma’s niet ten gronde ken en ik het gros van de tijd aan opzoekwerk besteed om ‘proberen’ te doen wat ik voor ogen houd. Uitzonderlijk worden dat meerdere uren omdat ik begin te experimenteren met een foto, een experiment dat meestal toch niet uitdraait op wat ik verhoopte te verkrijgen. Het is al een enkele keer gebeurd dat ik meerdere uren besteedde aan een ‘opstelling’, niet om de foto te nemen maar wel om attributen bij elkaar te zoeken. Alleen voor studiowerk zou ik meer tijd uittrekken (denk ik toch). Maar omdat portret- en studiofotografie me niet boeien (omdat het allemaal te lang duurt en voor mij te veel rompslomp betekent) zal dat er toch niet direct van komen. Misschien ooit wanneer ik nog minder mobiel word.


Ben ik bij dit alles creatief geweest? … Sorry, slecht een klein beetje. Ik ben voornamelijk ‘technisch’ bezig geweest. Zou zoiets relatief weinig creatiefs als kunst bestempeld kunnen worden? Ja, door degenen die het zo wensen te noemen.

Een shoppograaf daarentegen selecteert geschikt ruw materiaal en begint er aan te kneden. Hij besteedt vaak dagen aan het realiseren van zijn werk. Dat aanpassen, dit veranderen, en dan is nog niet goed. Ik heb het gevoel dat deze persoon heel wat creatiever aan het werk is dan de meeste ‘standaard’ fotografen. Wat een standaard fotograaf meestal aflevert kan mooi materiaal zijn, maar dat doet ook een decorateur, een tegelplaatser, een huisschilder. Moeten we die dan allemaal als kunstenaar aanbidden? Wanneer hun naam binnen honderd jaar nog bekend is wel.


Ik smijt niet langer het werk van shoppografen zomaar overboord als rotzooi. Er zit in mijn ogen inderdaad heel wat kitsch tussen maar dat is evenzo waar voor het werk van de ‘andere’ fotografen.

Ik vind meestal het werk van een shoppograaf niet zo mooi. Maar ik vind ook barokke schilderijen afgrijselijk en die overladen oude kerken … in mijn ogen niet om aan te zien (daarom neem ik er soms een foto van). Ik geef wel toe dat er meesters aan het werk geweest zijn en noem het geen rotzooi. M.a.w. ik noem shoppografie niet langer rotzooi maar ‘ik vind het niet mooi’. Dit was een pleidooi om toch minimaal open te staan voor deze andere vorm van fotografie.

Hoed je voor fotografiefora en -clubs




Er bestaan verschillende fora betreffende fotografie waarin menig gepassioneerde zijn bijdrage levert, van pure amateurs tot zelfgekroonde experten. Persoonlijk heb ik ondervonden dat ‘die’ fora waarop foto’s beoordeeld worden niet de betere zijn om zich bij aan te sluiten. Wanneer je er een andere mening op nahoudt dan die van het historisch gegroeide kliekje, wees je er dan van bewust dat je een wasmand aan verwijten over je heen zal krijgen. Kies beter voor die fora waar je op een vriendschappelijke manier je foto’s kan delen met anderen, zonder (zogezegd) verbeterende commentaar te moeten slikken. Iedereen heeft het recht om volgens zijn kennis en kunde foto’s op het internet te plaatsen en wenst niet direct afgeschreven te worden als een onbenul. Wil je wat (bij)leren, sluit je dan aan bij de betere club, maar ook ‘die’ clubs waar foto’s met een puntensysteem gequoteerd worden zijn beter te mijden. Je zal daar weinig tot niets bijleren omdat de gevorderden hun geheimen en kennis niet met anderen willen delen. Kies voor de club waar er ad hoc lessen worden gegeven en foto’s getoond op een bij voorbaat gesloten FB forum. Geen gezever, geen gedoe maar een vriendschappelijke bende die samen op stap gaat en van hun hobby genieten.

Trouwens, ik denk dat de grotere kunstenaars in de fotografie zich niet in fora ophouden: ze hebben dat niet nodig. Dus die ga je daar ook niet ontmoeten.
Ik ben echter geen lid van een club. Veel te riskant wanneer je met fotografie af en toe buiten de lijntjes wenst te kleuren.
Voor velen echter is de 'allerbeste' doch misschien verrassende keuze 'GEEN CLUB, GEEN GEZEVER, GEEN GEDONDER'. Sluit je aan bij bijv. een FaceBook groep van gelijkgezinden, die eventueel samen afspreken om een uitstapje te organiseren, en foto's plaatsen, zonder commentaar. Zo is volgens mijn oordeel een bijzonder goed voorbeeld van zulke FB groep de 'Natuurfotografen Dijleland'.

Snel handelen ... en de focus dan ?




Een lid van de fotoclub LichtVast wees me op een artikeltje van Leica specialist Van Overgaard ivm snel handelen en geen tijd om je toestel in te stellen: https://www.overgaard.dk/the-story-behind-that-picture-0203_gb.html?fbclid=IwAR0wRmbAwwzm4VH-Xp66sMQUw3oGuOkfm-kBAA9mJxe4VQghY4aZnqJyO_I

Deze methode pas ik ook toe. Eerst de foto, dan pas de focus. Ik wil zeker en vast het 'moment' fixeren en slechts wanneer er extra tijd blijkt te zijn begin ik me op de focus te concentreren. Ik heb drie jaar lang in M gefotografeerd, vooral om het te leren. Omdat me echter te veel momenten 'ontglipten' ben ik in de lente van 2019 naar modus A (diafragmavoorkeur) overgestapt. A omdat veeleer natuur me boeit. Bij snel bewegende objecten (wanneer ik dat op voorhand weet of verwacht) zal ik naar de S modus ( sluitersnelheid) schakelen. A en S werken tijdbesparend tov M.

De M modus zit niet langer in mijn bovenste lade.

Beoordelen van foto’s, waarom wel … of liever niet ?

 



Bij heel veel individuele en groepssporten heb je een duidelijke winnaar: wielrennen, atletiek, voetbal, tennis, … . Bij andere sporten is dat al veel minder duidelijk: turnen, dansen, vechten, … . Subjectiviteit speelt bij deze laatsten een grote rol. Iedereen heeft immers een andere smaak,  goesting, kennis en ervaring en beoordeelt daarom anders. Om een louter subjectieve beoordeling zoveel mogelijk uit te sluiten wordt er een jury aangesteld. Maar ook dat is niet heiligmakend. Dan halen vaak vriendjespolitiek en financiële belangen de bovenhand. Denk aan het 2019 voorval met de bokskampioene Delfine Persoon in een wereldkamp.
Geloof je dat het in de fotografiewereld er anders, objectief, aan toegaat? Indien ja, dan moet ik je een illusie armer maken.
Beoordeling van fotografie is zuiver subjectief, inclusief de gevreesde insluipers zoals vriendjespolitiek en financiële belangen. Denk je nu echt dat commentaar door één enkel iemand hiervan gevrijwaard blijft? Dat die enkeling de zaligmakende kennis en ervaring in huis heeft, laat haar/zijn smaak nog buiten kijf, om een foto uitsluitend objectief te beoordelen? Ja? Zalig zijn de armen van geest. Maar ook ‘speciaal samengestelde jury’s’ bezondigen zich ten volle aan de instinkers. Dat is de hoofdreden waarom ik het vertik aan wedstrijden deel te nemen. Ze kosten je veel geld, je bent al te vaak overgeleverd aan vriendjespolitiek en de uitslagen en erkenningen zijn niets waard. Wanneer je door het ene clubje juryleden de hemel wordt ingeprezen wordt je door een ander naar de hel verwezen.
Hetzelfde geld voor het merendeel van fotoclubs: de eeuwige voor en tegenstanders van eenzelfde beeld. Daarom heb ik me enkele jaren terug bij een grote club aangesloten die zich daar niet aan bezondigd: gewoonweg ‘geen commentaren op de kwaliteit van de foto’s ‘. Wel wordt er in gesloten groep vriendelijk gezwansd en gelachen met de ingezonden foto’s … terwijl dat soms echte pareltjes van kunstwerken zijn. Een hartje onder de foto en een uitschuiver als commentaar is dan ook vaak gebruikelijk.
Wanneer ik kritieken op FB gespuid zie, huiver ik. Weet dat er maar enkelingen bij de geboorte de genen hebben meegekregen om commentaren op een voor iedereen aanvaard niveau te brengen. Dus commentaar op FB wordt binnen de kortste keren tot een ja-neen spelletje omgevormd met  onderling geruzie als resultaat, daar draait het steevast op uit.
Beoordeling van foto’s is naar mijn mening 100% subjectief. Zelfs zuiver technisch is het soms te moeilijk: wat tijdens het ene decennia ‘ongeschoold’ beoordeeld wordt, wordt 10 jaar later als ‘de betere techniek’ ervaren. Er bestaan richtlijnen waar je je al dan niet wil aan houden maar geen regels.
Inmiddels heb ik ook die betere? club de rug toegedraaid. Fanatiekelingen kom je overal tegen.

Infraroodfotografie

 


Een techniek die ik sinds de herfst 2022 beoefen.
Het is geen‘warmte’fotografie waar de industrie of SWAT mee aan de slaggaat.
Wat is het dan wel?
Door IR filters op de camera tegebruiken kan je de lagere nanometer (nm) golflengtes uitschakelen ombij de hogere filterwaarde enkel rood (ongeveer 630 tot 780 nm),oranje (ongeveer 590 tot 630 nm) tot ook geel over te houden(ongeveer 560 tot 580 nm). Daar waar het menselijk oog golflengtesvan ongeveer 380 tot 780 nm waarneemt kan je dat bereik via IRfilters op de camera inperken met de veel gebruikte 530 tot 750 nmfilters. Lager dan 530 wordt eerder zelden gebruikt en 800 nm voorspecifieke zwart-wit beelden.
Wat doen deze filters?
De 750tot 800 nm filters schakelen alle ‘lagere’ golflengtes van hetkleurenspectrum uit waardoor er alleen zwart-wit overblijft.
Een530 nm filter verwijdert alle lagere golflengtes, waar violet,indigo, blauw en groen deel van uitmaakt. M.a.w. deze kleurenbereiken dan je sensor niet. Met filters tussen de 530 tot 750 nmlaat je dan telkenmale mindere golflengtes toe. Met specialetechnieken via bewerkingsprogramma’s kan je alle groene natuur totwit omtoveren wat resulteert in zeer speciale foto’s. Sommigenzeggen dat het op winterlandschappen in volle zomer lijkt. Surf bijv.naar
https://www.cameraland.nl/blog/infrarood-fotografie#
Je kan IR fotografie beoefenen door op een gewone camera eenIR filter te plaatsen, maar dan heb je sowieso een statief nodigomdat de belichtingstijden zeer lang worden. Ik heb bij een ouderecamera de UV en IR filters die direct voor de sensor staan latenwegnemen om er zo een pure IR camera van te maken. Wanneer ik nu eenIR filter op mijn objectieven plaats heb ik er maar één ipv tweewaardoor mijn belichtingstijd terug normaal wordt. Uit de handfotograferen vraagt nu belichtingstijden zoals bij een nietgemodificeerde camera.

Drone fotografie



Ik kocht in de zomer een kleine drone (dji mini 3) van 249 gram. Een drone met een gewicht minder dan 250 gr hoef je enkel te registreren, dus zit je niet verveeld met een examen. Uiteraard moet je de drone wetgeving kennen en naleven, wat jammer genoeg velen vergeten of er geen rekening mee houden. En overal vliegen … in geen geval. Let wel dat er bij overtreding serieuze boetes op staan.
Ik ging een stap verder, voltooide met succes een examen om in de Open Categorie A3 met een drone tot net geen 25 kg te mogen vliegen. Dit uitsluitend om mijn kennis en credibiliteit te vergroten.

In België mag je naast vele andere beperkingen tot 120 meter hoog vliegen. Mijn limiet heb ik op 100 m gezet om zeker geen hoogteovertreding te begaan. Om zulke kleine drone te blijven zien (wat verplicht is) moet je op die hoogte al goed uit je doppen kijken. Toch uit het oog verloren? Direct de ‘return home’ activeren.

Rondvliegen om me te amuseren doe ik niet. Ik stijg de drone op, kies mijn vergezichten via het scherm van de besturing en fotografeer. Video’s opnemen interesseert me minder tot helemaal niet.
Drone foto’s …vogelperspectief.
Het opende voor mij een nieuwe wereld en het werd een nieuwe uitdaging. Jammer genoeg kan je er niet elk moment van iedere dag op uit trekken. Je moet rekening houden met wind, windstoten, windrichting, temperatuur, neerslag, zichtbaarheid, laaghangende wolken, ontvangst van satellieten en zonnewind (degeomagnetische stormindex). Gelukkig bestaat er een App die je dit alles samenvat. Zelfs met alle beperkingen loont het volgens mij de moeite om dronefoto’s te schieten.

Mijn OLYPMUS OM-D  E-M1     ( inmiddels bezit ik 2 body's )







Enkele OM-DE-M1 reviews










Reviews van systeemcamera’s






Mijn OLYMPUS TG-6


Ik gebruik ook een 'outdoor' compact camera, de Olympus TG-6 uit de 'Tough' serie. Stofvrij, krasvrij, waterdicht tot op 15m diepte, overleeft schokken van een val vanop 2,10m hoogte en is vorstbestendig tot -10°C.
Deze kleine camera van 250 gr is mijn trouwe metgezel tijdens wandelingen waarbij de nadruk op wandelen ligt i.p.v. op fotograferen.
Maar ... het is ook een fantastisch macrotoestel waarmee je tot op één cm van je onderwerp kan fotograferen. Daarmee kan het onderwerp 44x vergroot worden.


Een review




Mijn OLYPMUS OM-D  E-M1X    



Eind 2019 heb ik  het vlaggeschip van Olympus gekocht. Geen goedkope body, maar qua prestaties zijn geld waard.


Een  samenvatting van reviews